π”½π•£π•’π•˜π•žπ•–π•Ÿπ•₯ 𝔻𝕖 𝕂𝕒𝕑𝕖𝕣 – 𝕁𝕖π•₯ β„π• π• π•˜π•–π•£π•¨π•’π•’π•£π••

𝖨𝗄 π–»π–Ύπ—Œπ—…π—Žπ—‚π— π—ˆπ—† 𝗇𝗂𝖾𝗍 𝗆𝖾𝖾𝗋 𝖻𝗂𝗃 π–£π–Ύπ—‡π—‡π—‚π—Œ 𝗍𝖾 𝗀𝖺𝖺𝗇 𝗄𝗂𝗃𝗄𝖾𝗇, 𝗂𝗄 𝗐𝗂𝗅 𝗁𝖾𝗆 𝗇𝗂𝖾𝗍 π—π—ˆπ—ˆπ—‹ 𝖾𝖾𝗇 𝗍𝗐𝖾𝖾𝖽𝖾 𝗄𝖾𝖾𝗋 𝗐𝖺𝗄𝗄𝖾𝗋 𝗆𝖺𝗄𝖾𝗇. 𝖨𝗇 𝗆𝗂𝗃𝗇 𝗄𝗅𝖾𝗂𝗇𝖾 𝗄𝖺𝗆𝖾𝗋𝗍𝗃𝖾 𝗍𝗋𝖾𝗄 𝗂𝗄 𝗆𝗂𝗃𝗇 π—‰π—’π—ƒπ–Ίπ—†π–Ίπ–»π—‹π—ˆπ–Ύπ—„ 𝖾𝗇 π—ƒπ–Ίπ—Œπ—ƒπ–Ύ 𝖺𝖺𝗇 𝖾𝗇 𝗀𝗅𝗂𝗃𝖽 π—ˆπ—‡π–½π–Ύπ—‹ 𝗆𝗂𝗃𝗇 𝖽𝖾𝗄𝖻𝖾𝖽. 𝖨𝗄 𝗍𝗋𝖾𝗄 𝗆𝗂𝗃𝗇 𝖽𝖾𝗄𝖾𝗇 π—ˆπ—‰ π—π—ˆπ— 𝖺𝖺𝗇 𝗆𝗂𝗃𝗇 𝗄𝗂𝗇 𝖾𝗇 π—Œπ–Όπ—π—Žπ—‚π–Ώ π—“π—ˆ 𝖽𝗂𝖼𝗁𝗍 π—†π—ˆπ—€π–Ύπ—…π—‚π—ƒπ—„ 𝗇𝖺𝖺𝗋 𝖽𝖾 π—†π—Žπ—Žπ—‹. 𝖬𝗂𝗃𝗇 π—‹π–Ίπ–½π—‚π—ˆ 𝗓𝖾𝗍 𝗂𝗄 π—‡π—ˆπ—‹π—†π–Ίπ–Ίπ—… π—€π–Ύπ—Œπ—‰π—‹π—ˆπ—„π–Ύπ—‡ 𝖺𝖺𝗇 π—ˆπ—† 𝖻𝗂𝗃 𝗂𝗇 π—Œπ—…π–Ίπ–Ίπ—‰ 𝗍𝖾 𝗏𝖺𝗅𝗅𝖾𝗇, 𝗆𝖺𝖺𝗋 π—‡π—Ž 𝗅𝖺𝖺𝗍 𝗂𝗄 𝗁𝖾𝗆 π—Žπ—‚π—. 𝖨𝗄 π—π—ˆπ—ˆπ—‹ 𝖽𝖾 𝗓𝗐𝖺𝗋𝖾 𝖺𝖽𝖾𝗆𝗁𝖺𝗅𝗂𝗇𝗀 𝗏𝖺𝗇 π–£π–Ύπ—‡π—‡π—‚π—Œ π–½π—ˆπ—ˆπ—‹ 𝖽𝖾 π–½π—Žπ—‡π—‡π–Ύ 𝗐𝖺𝗇𝖽 𝗁𝖾𝖾𝗇. 𝖬𝖾𝗍 𝗆𝗂𝗃𝗇 π—ˆπ—€π–Ύπ—‡ π—ˆπ—‰π–Ύπ—‡, π—Œπ—π–Ίπ—‹π–Ύπ—‡π–½ 𝗂𝗇 𝗁𝖾𝗍 π–½π—ˆπ—‡π—„π–Ύπ—‹, π—…π—Žπ—‚π—Œπ—π–Ύπ—‹ 𝗂𝗄 𝗇𝖺𝖺𝗋 𝗁𝖾𝗍 π—€π–Ύπ—‹π—Žπ—Œπ—π—Œπ—π–Ύπ—…π—…π–Ύπ—‡π–½π–Ύ 𝗋𝗂𝗍𝗆𝖾 𝗏𝖺𝗇 𝗓𝗂𝗃𝗇 𝖺𝖽𝖾𝗆𝗁𝖺𝗅𝗂𝗇𝗀. 𝖀𝖾𝗇 𝗉𝖺𝖺𝗋 π—†π—‚π—‡π—Žπ—π–Ύπ—‡ π—…π—Žπ—‚π—Œπ—π–Ύπ—‹ 𝗂𝗄 𝖾𝗋𝗇𝖺𝖺𝗋, 𝖽𝖺𝗇 π—Œπ—π–Ύπ—‹π–Ώπ— 𝗁𝖾𝗍 𝗐𝖾𝗀. 𝖨𝗄 π—‰π—‹π—ˆπ–»π–Ύπ–Ύπ—‹ π—€π–Ύπ–Όπ—ˆπ—‡π–Όπ–Ύπ—‡π—π—‹π–Ύπ–Ύπ—‹π–½π–Ύπ—‹ 𝗍𝖾 π—…π—Žπ—‚π—Œπ—π–Ύπ—‹π–Ύπ—‡, 𝗆𝖺𝖺𝗋 π—π—ˆπ—ˆπ—‹ π—‡π—ˆπ—€ π—Œπ—π–Ύπ–Ύπ–½π—Œ π—‡π—‚π–Ύπ—π—Œ.

– π–¬π—‚π—Œπ—Œπ–Όπ—π—‚π–Ύπ—‡ π—π—ˆπ—ˆπ—‹ 𝗂𝗄 𝗁𝖾𝗆 𝗐𝖾𝗅 π–Ίπ—…π—Œ 𝗂𝗄 𝗆𝗂𝗃𝗇 π—ˆπ—ˆπ—‹ 𝗍𝖾𝗀𝖾𝗇 𝖽𝖾 π—†π—Žπ—Žπ—‹ 𝗅𝖾𝗀. –

𝖣𝖾 π—†π—Žπ—Žπ—‹ π—‚π—Œ π—„π—ˆπ—Žπ–½ 𝖾𝗇 𝗀𝗅𝖺𝖽. 𝖨𝗄 π–½π—‹π—Žπ—„ 𝗁𝖺𝗋𝖽 𝗆𝖾𝗍 𝗆𝗂𝗃𝗇 π—ˆπ—ˆπ—‹, 𝗆𝖺𝖺𝗋 π—π—ˆπ–Ύ 𝗂𝗄 𝗆𝖾 π—ˆπ—ˆπ—„ π–Όπ—ˆπ—‡π–Όπ–Ύπ—‡π—π—‹π–Ύπ–Ύπ—‹, 𝗂𝗄 π—π—ˆπ—ˆπ—‹ π—‡π—‚π–Ύπ—π—Œ. 𝖨𝗄 π—Œπ–Όπ—π—Žπ—‚π–Ώ π—‚π–Ύπ—π—Œ 𝗇𝖺𝖺𝗋 𝗁𝖾𝗍 𝗆𝗂𝖽𝖽𝖾𝗇 𝗏𝖺𝗇 𝗆𝗂𝗃𝗇 𝖻𝖾𝖽 𝖾𝗇 π—„π—…π—ˆπ—‰ π—“π–Ίπ–Όπ—π—π—ƒπ–Ύπ—Œ π—ˆπ—‰ 𝖽𝖾 π—†π—Žπ—Žπ—‹.

β€˜π–£π–Ύπ—‡π—‡π—‚π—Œ?’

– 𝖱𝖾𝖺𝖼𝗍𝗂𝖾 𝗀𝗋𝖺𝖺𝗀… π–£π–Ύπ—‡π—‡π—‚π—Œ, π—„π—…π—ˆπ—‰ π—π–Ύπ—‹π—Žπ—€β€¦ –

𝖨𝗄 π—π—ˆπ—ˆπ—‹ π—‡π—‚π–Ύπ—π—Œ. 𝖦𝖾𝖾𝗇 𝖺𝖽𝖾𝗆𝗁𝖺𝗅𝗂𝗇𝗀, 𝗀𝖾𝖾𝗇 𝗋𝖾𝖺𝖼𝗍𝗂𝖾, π—‡π—‚π–Ύπ—π—Œ. 𝖨𝗄 π—„π—…π—ˆπ—‰ 𝗐𝖾𝖾𝗋, π—‡π—Ž 𝗐𝖺𝗍 𝗁𝖺𝗋𝖽𝖾𝗋. 𝖢𝖾𝖾𝗋 𝗀𝖾𝖾𝗇 𝗋𝖾𝖺𝖼𝗍𝗂𝖾.

~~~~~~~~~~

Wereldkankerdag

Zondag was het Wereldkankerdag. De wereld stond stil bij de impact van kanker. Het is wat laat, maar dacht: het is altijd goed om aandacht te vragen voor zoiets ingrijpends als dit. Jet Hoogerwaard was nog maar een basisschoolmeisje toen zij werd geconfronteerd met de ziekte: haar oudere broer werd ziek. Jet: ‘Ik kan me de zorgen en de angst nog goed herinneren, ik kan het nog 𝘷𝘰𝘦𝘭𝘦𝘯. Ons huis had maar dunne muurtjes en ik kon het bij wijze van spreken horen als Dennis in de kamer naast mij met zijn ogen knipperde. Stilte was daarom angstaanjagend, zeker in de tijd dat hij aftakelde door de chemokuren. Het is meer dan eens voorgekomen dat ik ‘s avonds checkte of hij nog ademde, zo bang was ik dat hij er op een dag niet meer zou zijn. Mijn grootste angst werd waarheid, op een avond ademde hij inderdaad niet meer…’

Impact van kanker op de omgeving

In het boek De Kaper beschrijft Jet de impact van de ziekte op het gezin. Jet: ‘Hoewel zijn ziekte niet het hoofdthema vormt van mijn boek De Kaper, is het wel een belangrijk onderdeel van het verhaal. De Kaper gaat voornamelijk over de invloed van zijn ziekte en overlijden op de relatie tussen mij en mijn vader, maar het verhaal is natuurlijk veel groter dan dat. Wat mijn moeder heeft moeten doorstaan, en mijn opa, oma en mijn lieve oom en tante: het komt niet in het verhaal aan bod, en het is ook niet in een paar woorden te vatten. Het is immens. Ook familie en vrienden zijn erdoor getekend, heel de omgeving. De ziekte is zo destructief, op vele vlakken. Ik sta niet alleen in mijn ervaring. In mijn leven ben ik heel wat mensen verloren aan de ziekte – ook mijn vader uiteindelijk – en ik ken zo ontzettend veel mensen die ooit met kanker zijn geconfronteerd.’

Vroege diagnose

Maar gelukkig kent Jet ook steeds meer β€˜succesverhalen’: mensen die ervan genezen zijn, dankzij de technieken en behandelingen die steeds beter worden. Jet: ‘En onlangs las ik dat waarschijnlijk binnenkort de mogelijkheid er is om met een bloedonderzoek de ziekte aan te tonen. Dat zou een fantastische doorbraak kunnen betekenen! Een vroege diagnose zou heel wat mensenlevens kunnen redden. Daarom is het belangrijk om aandacht te blijven vragen voor de ziekte en moeten we blijven doneren. Dan komt hopelijk de dag steeds dichterbij dat alle vormen te genezen zijn.’

Vergelijkbare berichten